Kennis als macht, wijsheid als vrijheid
Mag absoluut niets ons in onze vrijheid beperken? Is vrijheid ons allerhoogste goed? Voor John Stuart Mill (1806-1873) stond de rede bovenaan, op de voet gevolgd door de vrijheid, weliswaar in een stevige relatie tot elkaar. Ze maken elkaar mogelijk als het ware. Ook voor de achttiende-eeuwse filosoof Immanuel Kant betekende vrijheid niet dat we zonder meer kunnen doen waar we zin in hebben. Vrijheid impliceert altijd ook een verantwoordelijkheid, naar jezelf en naar je medemensen toe. Voor een humanist moet er altijd een zo groot mogelijke vrijheid van het individu zijn, met een zo groot mogelijke zelfbeschikking. Maar ons individuele handelen moet ook steeds gedreven zijn door het principe dat het algemene wet zou kunnen worden, Kants beroemde categorische imperatief.
Ook het recht op vrije meningsuiting moest voor Mill zo groot mogelijk zijn. De oplettende lezer zal echter de nuance bemerken; Mill sprak niet van een absoluut recht op vrije meningsuiting.
Leren door pijn?
Stel dat je peuter een glasscherf wil oprapen van de keukenvloer. De scherf fonkelt zo mooi en oefent een fascinatie uit. Mocht je een zee van tijd hebben, dan zou je je peuter natuurlijk uitleggen dat het gevaarlijk is een glasscherf op te rapen. Je zou hem ervan proberen te overtuigen het toch maar niet te doen. Is de peuter echter niet onder de indruk van je argumenten, dan heb je twee opties. De ene wordt beschouwd als autoritair: trek je kind weg van de scherf, verbied het de scherf op te rapen. De andere noemt men antiautoritair, of ervaringsgericht: laat het kind de scherf oprapen, zodat het zich bezeert en eruit leert. Hopen maar dat de wonde niet te diep is.
Liberale democratieën stellen vertrouwen in individuele verantwoordelijkheid, maar ook in de participatie van ieder individu aan het grotere geheel. Een autonoom mens weet dat hij niet egoïstisch zijn gang kan gaan. Als immers iedereen dat zou doen, gaat dat ten koste van ieders vrijheid.
Krachttermen als 'dictatuur', 'samenzwering', 'autoritarisme' en 'noodtoestand' liggen nu al courant in de volksmond. Toch moeten we ons de vraag durven stellen of in een pandemische situatie het antiautoritaire concept van het ervaringsgericht leren niet de ware autoritaire stijl is, zoals die in zeker opzicht door leiders als Trump en Bolsonaro bedreven werd.
Dat we groepsimmuniteit moeten bekomen om van de pandemie verlost te worden, berust op een breed aangenomen wetenschappelijke consensus. De experten van de GEMS blijven inzetten op sensibilisering als dé weg om een hoge vaccinatiegraad te bereiken. Toch moet een anticiperend en verantwoordelijk mens de hypothese in het achterhoofd houden dat sensibilisering, eventueel complementair aan een materiële incentive, niet zal volstaan. Moet dan niet overwogen worden vaccinatie verplicht te stellen, al minstens voor alle zorgpersoneel zonder medische tegenindicatie? En indien het niet anders kan om de zo gegeerde groepsimmuniteit te bereiken, ook voor iedereen?
Nog één keer John Stuart Mill in zijn bekende werk On Liberty (1859): 'De enige reden waarom men rechtmatig macht kan uitoefenen over enig lid van een beschaafde samenleving, tegen zijn zin, is de zorg dat anderen geen schade wordt toegebracht. Iemands eigen welzijn, hetzij fysiek, hetzij moreel, is geen voldoende rechtsgrond.'