Als reactie op de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog werd in december 1948 de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) aangenomen. Vanuit het idee dat mensen een intrinsieke waarde hebben en met als doel voor iedereen een menswaardig bestaan mogelijk te maken, beoogde men universele richtlijnen vast te leggen van een georganiseerde menselijke samenleving. Op grond hiervan kan worden gesteld dat het mensenrechtenidee doortrokken is van een vrijzinnig-humanistische inspiratie en kan het UVRM worden beschouwd als een belangrijk humanistisch document. Dit geldt eveneens voor het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Vrijzinnig humanisten stellen de mens en de menselijke waardigheid centraal en pleiten voor het recht van elk individu om zelf zin te geven aan zijn leven. Vaak ziet men de humanistische filosofie als de basis voor de UVRM.
Traditioneel worden er twee groepen of generaties mensenrechten onderscheiden, die beide werden opgenomen in het UVRM. De eerste categorie is die van de burgerlijke rechten, die ook wel vrijheidsrechten worden genoemd, zoals het recht op vrijheid van levensovertuiging, meningsuiting,… De tweede categorie bestaat uit economische, sociale en culturele rechten, zoals het recht op gezondheidszorg en onderwijs.
We nemen zo snel mogelijk contact op.
Je kan ons ook bereiken via 011/210654 of via hasselt@demens.nu