2024 is een belangrijk verkiezingsjaar. Niet alleen in de V.S. en Rusland, maar ook bij ons. Op zondag 9 juni waren het Europese, federale en regionale verkiezingen. In het najaar, op 13 oktober trekken we opnieuw naar de stembus voor de lokale verkiezingen. Er staat veel op het spel. Te veel om als vrijzinnig humanisten aan de zijlijn te blijven staan. Wij legden ons oor te luisteren bij lokale organisaties: waar is er nood aan bij het garanderen van hun werking en onderliggende mensenrechten? En hoe denken de partijen over de prangende vragen die daarbij gesteld kunnen worden?
In het lokaal memorandum van het 4de Pijlersteunpunt lees je wat volgens hen een goed lokaal mondiaal beleid is.
Dat zit volgens ons op diverse vlakken:
De komende verkiezingen kunnen veel invloed hebben op het werk van 4de Pijlerorganisaties. Net omdat zij voor financiële en inhoudelijke ondersteuning vooral terecht kunnen op het gemeentelijk en provinciaal niveau. Daarom vinden wij een goede ondersteuning op gemeentelijk niveau heel belangrijk.
We verwachten daar na de verkiezingen ook een gemeentelijke ambtenaar en een substantieel budget waarmee die ambtenaar 4de Pijlerorganisaties kan ondersteunen. Via subsidies en via vormingen over uitwisselingen. Gemeentelijke ambtenaren staan immers het dichtst bij 4de Pijlerorganisaties die vaak gemeentelijk georganiseerd zijn.
Als die gemeentelijke of provinciale steun wegvalt, dan kunnen 4de Pijlerorganisaties bijna nergens meer terecht en laat je als lokale overheid veel projecten en mensen in de steek.
We zien ook een toename van 4de Pijlerorganisaties vanuit mensen met een migratieachtergrond. Zogenaamde diasporaorganisaties die nog niet altijd de weg kennen naar de gemeentelijke of provinciale ondersteuning. Er ligt een hele uitdaging om ook deze initiatieven vanuit de diaspora nauwer te betrekken, te versterken en te waarderen in steden en gemeenten. Er is voor een gemeente zeker ook veel winst te halen uit een goede samenwerking met deze initiatieven uit diverse gemeenschappen.
We kennen de werking in Hasselt niet in detail, maar ik zie vooral sterke punten. Hasselt heeft 2 zeer professionele ambtenaren, een degelijk budget en een voorbeeld ondersteuning voor internationale solidariteit. Zowel voor projecten in partnerlanden als rond bewustmaking in Hasselt. In Hasselt is er ook een modern en goed werkend adviesorgaan waarbij burgers, en ook specifiek 4de Pijlerinitiatieven, mee hun advies geven over het lokaal mondiaal beleid van de stad. Houden zo, vinden we!
Jacques Mevis/Jonas Raeymaekers
4de Pijlersteunpunt
Koepel van Internationale Solidariteit - 11.11.11 vzw
Moeten er in de toekomst meer middelen gaan naar internationale solidariteit?
PVDA:
Ja, het zelfbeschikkingsrecht over het eigen lichaam is fundamenteel. Wij vertrekken vanuit het principe ‘mijn lichaam, mijn keuze’. Vrouwen mogen niet verplicht worden om tegen hun wil zwanger te zijn en een kind op de wereld te zetten. Voor vrouwen zonder papieren is de toegang tot abortus nog complexer. Zij komen vaak in een administratieve mallemolen terecht die weken kan aanslepen en zien meerdere zorgverleners vooraleer ze de medische hulp krijgen die ze zoeken. Het verlengen van de termijn kan hen al helpen. Meer nog moet voor hen de procedure om toegang te krijgen tot een abortus vereenvoudingen, zoals ook Dokters van de Wereld zegt.
Groen:
Ja, Groen Hasselt steunt dat meer middelen naar internationale solidariteit gaan met minstens 0,7% van ons budget. In een geglobaliseerde wereld moeten we gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor mondiale uitdagingen zoals ongelijkheid en klimaatverandering. Investeren in internationale solidariteit is essentieel voor een rechtvaardige en duurzame toekomst voor iedereen.
Vooruit:
Een sociaal beleid eindigt niet aan je eigen grenzen. We voorzien een groeipad om 0,7% van onze begroting toe te wijzen aan internationale solidariteit.
CD&V:
Ja. Voor cd&v moet de ontwikkelingssamenwerking zich focussen op die terreinen waar we het verschil kunnen maken door onze opgebouwde expertise en kennis. De focusdomeinen zijn dan ook landbouw en voedselzekerheid, basisgezondheidszorg, onderwijs en vorming, klimaat, versterking van het lokale middenveld en de ontwikkeling van de lokale private sector.
Ons land moet uitvoering geven aan het afgesproken groeipad om uiterlijk tegen 2030 de internationaal afgesproken 0,7% van het BNI aan ontwikkelingshulp te besteden.
Zowel voor landbouw en voedselzekerheid als voor onderwijs moet het beleid telkens 15% van het budget voor ontwikkelingssamenwerking voorbehouden.
Klimaatverandering vormt vooral in het globale Zuiden een grote uitdaging. Daarom moet ons land bijkomende financiële middelen voor klimaatfinanciering voorzien zonder te wegen op het ontwikkelingsbudget.
Voor U:
Er gaat al veel geld naar internationale solidariteit, maar we kunnen de burgers niet blijven belasten om de begroting in evenwicht te houden;
Vaak is het een druppel op een hete plaat en komt slechts een klein deel ten goede aan de noodlijdende mensen. We kunnen enkel investeren in heropbouw/ondersteuning van landen, waar de politiek echt stappen zet naar vrijheid en democratie.
NVA - Open VLD:
De middelen voor internationale solidariteit moeten in eerste instantie effectiever ingezet worden.
Vlaams Belang:
Neen. Momenteel gaan er al heel wat middelen naar internationale solidariteit. Deze worden bovendien niet altijd optimaal toegewezen. Internationale financiële hulp dient gekoppeld te worden aan bepaalde voorwaarden zoals het doelmatig inzetten van deze middelen en/of een terugnameplicht van illegalen die onwettig in ons land verblijven.
We nemen zo snel mogelijk contact op.
Je kan ons ook bereiken via 011/210654 of via hasselt@demens.nu