Het was jarenlang een geruststellend idee: de jongere generaties zouden vanzelf progressiever worden. Met openheid, inclusiviteit en sociale rechtvaardigheid als leidende waarden leken jongeren een baken van hoop in een wereld die worstelt met polarisatie. Maar recente cijfers uit onderzoeken die in onder meer De Standaard en Het Nieuwsblad zijn verschenen, vertellen een ander verhaal. Eén op de vijf jongeren vindt geweld tegen homo’s aanvaardbaar. Een deel zou het homohuwelijk liever afgeschaft zien. De trend is onmiskenbaar: de acceptatie van lgbtq+-personen onder jongeren neemt af.
Een schokkende wending
Dat de houding van jongeren tegenover de lgbtq+-gemeenschap is verhard, komt als een klap in het gezicht van wie dacht dat vooruitgang onomkeerbaar was. In 2018 vond nog één op de tien jongeren geweld tegen holebi’s acceptabel: nu is dat verdubbeld. Deze cijfers zijn geen statistiek om luchtig overheen te lezen. Ze zijn een signaal. Een alarmsignaal.
We hebben ons misschien te veilig gewaand. Te lang gedacht dat één keer spreken over diversiteit op school voldoende zou zijn. Te veel vertrouwd op het internet als leermeester van empathie, zonder te beseffen dat algoritmes ook haat kunnen versterken. Wat we nu zien, is het resultaat van een samenleving die wel vooruit wil, maar haar fundamenten onvoldoende voedt.
Waar komt deze afname vandaan?
De oorzaken zijn complex. Sommigen wijzen op het groeiende conservatisme binnen bepaalde sociale en culturele groepen. Anderen op de rol van sociale media, waar jonge mensen in online gemeenschappen terechtkomen die niet altijd verdraagzaamheid prediken. Ook speelt de overbelasting van jongeren mogelijks een rol: in een wereld vol druk en onzekerheid zoeken ze houvast in identiteit, grenzen en ‘normaal doen’. Wat buiten die grenzen valt, wordt makkelijker gezien als bedreiging.
En misschien is het ook een reactie. Tegenover de toegenomen zichtbaarheid van lgbtq+-personen in media, reclame en onderwijs ontstaat bij sommigen weerstand: alsof tolerantie iets is dat opgelegd wordt. Die reactie laat zien hoe oppervlakkig het begrip ‘acceptatie’ soms is: we zijn geneigd te denken dat zichtbaarheid leidt tot begrip, maar zonder echte dialoog kan die zichtbaarheid ook afkeer oproepen.
Waarom dit ons allemaal aangaat
Dit is geen probleem van jongeren alleen. Als de verdraagzaamheid afneemt, is dat een spiegel van ons allen. Het onderwijs, de politiek, ouders, media, religieuze en culturele gemeenschappen — ieder heeft een verantwoordelijkheid in het vormen van de normen die jongeren meekrijgen. Jongeren komen niet vanzelf tot een inclusief wereldbeeld. Dat vraagt oefening. Contact. Voorbeelden.
Tolerantie is geen eindpunt, maar een oefening in blijven kijken, blijven luisteren, blijven openstaan. En die oefening begint niet pas als het misgaat.
Wat nu?
We moeten terug naar de basis. Naar scholen waar structureel en eerlijk over genderdiversiteit en seksuele oriëntatie wordt gesproken, niet als bijzinnetje tijdens een projectweek, maar als volwaardig onderdeel van burgerschap. We hebben ouders nodig die niet wegkijken van moeilijke vragen, en jeugdwerkers die jonge mensen durven confronteren met hun uitspraken en gedrag.
Dit is geen probleem van jongeren alleen. Als de verdraagzaamheid afneemt, is dat een spiegel van ons allen.
We hebben media nodig die niet alleen schandalen belichten, maar ook de dagelijkse realiteit van lgbtq+-personen in beeld brengen, in al hun kracht én kwetsbaarheid. En bovenal hebben we verhalen nodig: échte, menselijke verhalen die raken, verbinden en verschillen begrijpelijk maken. Verhalen die jongeren helpen hun empathisch vermogen aan te scherpen.
Een pleidooi voor moed
We kunnen deze trend niet keren door te zwijgen. Niet door te denken dat het wel weer overwaait. Dit is het moment om moed te tonen. Om jonge mensen uit te nodigen in gesprekken over wie ze zijn, en wie ze mogen zijn. Om ruimte te maken voor twijfel, voor leren, voor groei.
Want alleen als we jongeren leren dat echte vrijheid niet gaat over het afzetten tegen verschil, maar over het omarmen ervan, bouwen we aan een samenleving die haar vooruitgang niet vanzelfsprekend vindt, maar elke dag opnieuw verkiest.
Sarah Bonneux,
Vrijwilliger huisvandeMens
We nemen zo snel mogelijk contact op.
Je kan ons ook bereiken via 011/210654 of via hasselt@demens.nu