Abortus is in België legaal, maar het taboe eromheen is sterker dan veel mensen denken. Voor velen blijft het een beladen onderwerp, doordrongen van angst, schuld en stilzwijgende oordelen. Vanuit een humanistisch perspectief is het belangrijk om stil te staan bij: waarom blijft dat stigma bestaan, en wat kunnen we doen om het te ontmantelen?
Onwetendheid
Eén van de belangrijkste redenen voor het aanhoudende taboe is dat veel mensen de Belgische abortuswet niet goed begrijpen. Een enquête van Amnesty International in september 2025 toonde aan dat slechts 6% van de respondenten precies wist tot welke termijn abortus toegestaan is, dat er een verplichte bedenktijd is, en dat er onder bepaalde omstandigheden strafrechtelijke sancties mogelijk zijn.(1) Door die onduidelijkheid voelt abortus onveilig, “grijs” of zelfs moreel risicovol, terwijl het volgens de wet juist een toegankelijke medische ingreep is.
Belemmeringen versterken het stigma
De verplichte reflectieperiode van zes dagen draagt concreet bij aan gevoelens van wantrouwen. Voor Esmée (32), die vorig jaar een abortus onderging, waren die zes dagen “de hel”. “Die dagen voelden erger dan de abortus zelf”, vertelt ze aan VRT NWS(2). Critici beweren dat dit paternalistisch is en uitgaat van de veronderstelling dat iemand “te weinig heeft nagedacht” over zijn of haar keuze. Daarnaast pleiten mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International om die wachttijd af te schaffen.(3)
Volgens dezelfde peiling van Amnesty geeft 45% van de respondenten aan dat sociale druk één van de grootste obstakels is rond abortus. Morele en culturele overtuigingen worden ook systematisch genoemd als belangrijke barrières.(4) In andere woorden: zelfs als de wetten meer vrijgevig zijn, leeft in de samenleving een sterke morele druk. Het oordeel van familie, religieuze overtuigingen of culturele normen blijft zwaar meewegen. Die onuitgesproken stemmen versterken het stigma en zorgen dat abortus voor velen geen “gewone” medische keuze is, maar iets dat in het geheim moet gebeuren.
Media, framing en misvattingen
Hoe abortus wordt besproken in de media, op social media of in persoonlijke gesprekken, beïnvloedt sterk de publieke perceptie. De manier waarop we praten over abortus bepaalt in hoge mate hoe we erover denken. Zowel in klassieke media als op sociale media circuleren woorden, beelden en verhalen die abortus presenteren als iets gevaarlijks, immoreels of uitzonderlijks. Media gebruiken soms beladen termen zoals “moord”, “verkeerde keuze” of “immoreel” om abortus te beschrijven. Die framing dringt diep door in de publieke opinie, zelfs wanneer ze afkomstig is van
opiniemakers of internetgebruikers, niet van officiële instanties.(5)
Taboe doorbreken
Abortus is geen randfenomeen, geen uitzonderlijk drama en al helemaal geen morele misstap. Het is een realiteit in het leven van duizenden mensen. Maar dat taboe is geen onveranderlijk gegeven. Door wetgeving te hervormen, betere voorlichting te bieden, psychosociale steun te versterken en de taal rond abortus te veranderen, kunnen we een samenleving vormen waarin abortus geen geheim meer hoeft te zijn, maar een erkend onderdeel van reproductieve zorg en autonomie. Het is tijd om stil te staan bij de echte verhalen, achter de cijfers en voorschriften. Niet om te oordelen, maar om te luisteren. Want alleen op die manier kunnen we samen werken aan een empathischere, meer menselijke benadering van abortus.
Door Andreea Aldescu
De verplichte reflectieperiode van zes dagen draagt concreet bij aan gevoelens van wantrouwen. Voor Esmée (32), die vorig jaar een abortus onderging, waren die zes dagen “de hel”. “Die dagen voelden erger dan de abortus zelf”
Check zeker ook even de abortuscampagne van deMens.nu: www.mijnlichaam.be
We nemen zo snel mogelijk contact op.
Je kan ons ook bereiken via 011/210654 of via hasselt@demens.nu