alle artikels
Levensvragen
Verhalen
Vrijwiligers

Vrijzinnig Limburg
06.05.22

Ligo, Vrijzinnig Punt Hasselt, huisvandeMens en de Fietsbibliotheek Op Wielekes gaan bij hun wijkbewoners en -bezoekers op zoek naar straffe, gezellige, beklijvende, inspirerende en rakende verhalen. De verhalen kunnen als levend boek uitgeleend worden op enkele eventdagen. Voor het aanleveren, sprokkelen en optekenen van de verhalen kunnen we rekenen op veel lieve vrijwilligers, bewoners en organisaties.

Sadiye: Mijn dochtertje is mijn medicijn

 

“Eerst nog iets over mijn kindertijd. Mijn moeder heeft vijf dochters gehad die allemaal stierven en één zoon. Toen ze van mij in verwachting was, is mijn tante tussengekomen en heeft vanaf de geboorte de zorg op zich genomen van de baby. Mijn moeder mocht er niet meer aankomen. Zes maanden lang gaf tante mij borstvoeding en alles wat ik nodig had om in leven te blijven. Buren brachten eten en kleren en pas na zes maand mocht mijn moeder weer mijn mama zijn...

In 1993 - ik was toen eenentwintig en zwanger - moest ik samen met mijn man vluchten uit Mardin, een Turks dorpje dichtbij de grens met Syrië en Irak. We vertrokken naar Duitsland, waar we vier jaar zouden verblijven.

Er waren in de streek toen veel spanningen tussen de jonge mannen en de staat, de president, die oorlog voerde met de PKK... De mannen waren bang voor de gevangenis en er was geen werk. Ze wilden vluchten. 

Zo ook mijn man en ik. Maar dat kostte veel geld. Mijn schoonvader betaalde 10.000 Duitse Mark voor onze reis. In mei 1993 vertrokken we met de bus naar Istanbul, waar we een week bleven. Toen vertrokken we met zo'n honderdtal mensen richting Bulgarije. Drie mannen 'begeleidden' ons, wellicht mensensmokkelaars.

Van Bulgarije ging het naar Roemenië, waar we een maand bleven omdat we niet over de grens konden. Er was bijna geen eten, we waren voortdurend bang. Dus probeerden we te voet naar Oostenrijk te gaan. 's Nachts liepen we vier uur, mijn schoenen waren versleten, ik was zeven maand zwanger, het was koud en we hadden honger... Mijn voeten waren blauw, opgezwollen en bebloed. Ik had 'botten' moeten kopen, maar ik wist dat niet. 

Overdag namen we de bus, 's nachts gingen we te voet door het bos. Dan ging het naar Duitsland, met veel mensen in een vrachtwagen, waar het pikdonker en koud was. We bleven verschillende dagen zonder eten. We wisten niet waar we waren: Oostenrijk of Duitsland? Toen we eindelijk uit de vrachtwagen werden gezet en de begeleiders zomaar vertrokken, weenden we allemaal. 

Velen liepen weg, want we mochten niet in een grote groep betrapt worden en we hadden geen bagage meer, want die konden we niet dragen door het bos. We waren nog met zessen. Koud, nat en hongerig dachten we na wat we moesten doen. Mijn man ging vanuit een telefooncel bellen naar mijn oom die in Berlijn woonde.

Die vroeg waar we waren maar dat wisten we niet. We vroegen het aan een voorbijganger en die zei: München. 'Neem de taxi en rij naar het station,' zei oom. 

We kochten tickets voor de trein naar Berlijn. Na een hele dag reizen, werden we door mijn oom opgehaald. We gingen naar zijn huis waar we eindelijk konden uitrusten, ons omkleden, iets eten en drinken.

Dit is negenentwintig jaar geleden en telkens ik dit vertel moet ik wenen...

Na een paar dagen bij de oom moesten we verder, naar een vluchtelingenkamp. Op een kamertje van 2 bij 3 met gemeenschappelijke keuken en toilet leefden we vier jaar! 

Uiteindelijk kregen we te horen: ga maar terug naar Turkije! Mijn man werd opgepakt en ik moest alleen met de kinderen in het kamp blijven. Mijn man moest naar Turkije, waar nog altijd dezelfde problemen waren, geen werk, bedreiging van de politie.

Zes maand bleef hij daar en toen besliste hij opnieuw naar Duitsland te gaan. In Berlijn werd hij aangehouden en in de gevangenis gegooid, omdat hij niet de juiste papieren had. 

Hij zat twee maanden vast. Intussen was ik bevallen van onze zoon. Advocaten konden hem vrijpleiten omdat hij mishandeld was en Turkije hem zijn papieren had afgenomen. 

Nu moesten we asiel aanvragen om naar familie in België te gaan. Dat was in '97. In het vluchtelingenkamp in Antwerpen leefden we met intussen vijf kinderen. 

In '98 moesten we naar Brussel met de trein in een lange rij om te wachten voor onze papieren. Maar het was zo druk dat we weer naar huis moesten en volgende week terugkomen.... Wachten, papieren: beoordelingen, nog niet in orde. Wachten... Tot... we aan de receptie van het kamp een brief kregen van de mensen die daar werkten, heel goeie mensen, vriendelijk, ik vergeet ze nooit. 

Ik moest de brief openen, maar ik kon niet. Mevrouw, ze staan hier te wachten, lees die brief. Ons dossier was positief beoordeeld! We waren zo blij dat we eindelijk asiel kregen! 

We konden in Hasselt een huisje vinden, in de Boomkesstraat. Daar hebben we vier jaar gewoond. Mijn man moest een opleiding volgen en kreeg dan werk, maar het OCMW stopte met betalen en toen zaten we maanden zonder inkomen. Pas toen mijn man werkte, hadden we geld.

In 2001 met de regularisatiewet moesten we opnieuw naar Brussel voor onderzoek. We namen een advocaat en die legde uit hoe de situatie was (man-werk, vrouw-cursus, kinderen-school..) en het antwoord was: goed! We kregen definitief asiel! 

Mijn dochter ging naar het eerste middelbaar en werd depressief, een raadsel waarom. Zij werd opgenomen in het ziekenhuis en verbleef daar maanden. Maar ze werd niet beter, ze stierf… Niemand wist wat er aan de hand was.

Ik kon aan niets meer denken dan aan haar. Ik ging op haar kamer kijken naar haar spulletjes, haar kleren, ik had veel verdriet. 

Ik ging naar de dokter waar er veel gepraat werd en ik slikte veel pilletjes. Maar toen ineens zei de dokter: je bent zwanger. Dat was onmogelijk, dacht ik. Maar toch. Mijn dochtertje is geboren in 2009 en zij heeft mij genezen. Zij zorgt voor mij! Ik kon weer verder. Mijn dochtertje is mijn medicijn.

Hoe het nu gaat? De kinderen studeren of hebben werk. Zij voelen zich Belg, zijn hier geboren, spreken de taal en willen niet meer naar Turkije, tenzij op vakantie. 

Ik vertel hen dikwijls wat hun papa en ik samen hebben meegemaakt op de vlucht, en hier. Dat wij veel hebben 'tandeke bijten'... voor hen. 

Ik heb nog één droom: dat de kinderen het goed mogen hebben hier in België. Dat al onze opofferingen niet voor niets zullen zijn geweest. 

Ik volg zelf cursussen in de Welzijnscampus onder begeleiding van Maria, die altijd helpt waar het nodig is. Van de kinderen leer ik nog het meest Nederlands...

Ik ben al die vriendelijke mensen die me geholpen hebben op mijn moeilijke tocht heel dankbaar.”

Ik heb nog één droom: dat de kinderen het goed mogen hebben hier in België. Dat al onze opofferingen niet voor niets zullen zijn geweest.

Verhaal opgetekend door: Vie Kuijken

Foto: Sadiye

"Allebei zijn we op de fiets gearriveerd, hebben de aprilse grillen getrotseerd en nat en koud zoeken we de warmte van de radiator op vooraleer aan de Verhalenoogst te beginnen.

Mijn gesprekspartner Sadiye, is een Belgische van Turkse afkomst. En dat heeft ze geweten.

Over de hallucinante vlucht uit Turkije in 1993 gaat haar verhaal." Vie

MEER?

Lees alle verhalen van Verhalenoogst
Activiteitenboekje

Ontvang GRATIS het maandelijks activiteitenboekje in je brievenbus of via e-mail.

Vraag jouw exemplaar aan
Activiteitenboekje

Heb je vragen over onze Verhalenoogst: Sadiye? Neem dan contact met ons op.

Bedankt voor je bericht

We nemen zo snel mogelijk contact op.

 Velden met een * zijn verplicht.

Captcha is vereist

Blijf op de hoogte en schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Bij Vrijzinnig Limburg is er heel wat te beleven. Mis geen enkele boeiende lezing, toffe workshop, zinvolle gespreksgroep of inspirerende tentoonstelling.

Captcha is vereist